de Volkskrant, 18 september 2000

Geheim genot bij een mengpaneeltje

MUZIEK
Kraakgeluiden in de binnenstad. Met o.m. Jon Rose, 13 september, Kalenderpanden, Amsterdam.
Nog te zien op 20 september, met Andy Moor en Anne LaBerge.

Kleinschalige initiatieven zijn waardevol en breekbaar. Zo verliest Amsterdam een van haar zogenaamde ‘huiskamerpodia’, met de op handen zijnde ontruiming van de gekraakte Kalenderpanden achter Artis. Onder de rake titel Kraakgeluiden in de Binnenstad is daar een ontmoetingsplek ontstaan voor musici die experimenteren met live-elektronica.
In combinatie met een traditioneel instrument, zoals dwarsfluit of saxofoon, kunnen instrumentalisten er de grenzen van hun improvisaties verleggen, zonder drukte om geluidsoverlast of een lege zaal. In de wekelijkse ‘Kraakgeluiden’ duiken af en toe ook echte grootheden uit het genre op. De Australische violist Jon Rose is een radicaal musicus, die niet alleen een meester is op zijn instrument, maar ook geïnteresseerd is in de mogelijkheden van sampling en geluidsmanipulatie, zoals te horen is op de tientallen cd’s die hij in eigen beheer uitbracht.
Vorige week ging hij de confrontatie aan met de Nederlandse gitarist Lukas Simonis en Cor Fuhler op toetsen en elektronica. Vanaf het eerste moment maakte Rose zijn positie duidelijk, met warme étude-achtige figuren op zijn altviool. Hij zou de rest van de avond in de buurt blijven van het natuurlijke vioolgeluid, zij het versterkt.
Rose zou in staat zijn perfecte neoklassieke vioolsonates te componeren en uit te voeren, maar zijn pizzicato’s worden bombardementen, en in de prachtigste cadenzen brengt hij de strijkstok knarsend tot stilstand. Wie hem eenmaal heeft zien optreden, luistert voortaan met andere oren naar een klassieke vioolsonate. Er lijkt dan iets te missen: het geheime genot van brekende instrumenten, of de opwindende klank van een op hol geslagen muziekmachine. Cor Fuhler toonde zich geregeld de ware motor van het trio, door een gezellig pruttelend dieselgeluid of een gevaarlijk gierende haarspeldbocht uit zijn mysterieuze mengpaneeltje te toveren.
Voor gitarist Lukas Simonis moet de verleiding groot zijn geweest om ook alle pedalen in te trappen, maar hij bleef dicht bij de menselijke stem, en diens sublimatie, de viool. Uiteindelijk zette Simonis ook Fuhler aan om de melodie op te zoeken. Wie met dichte ogen luisterde, hoorde daardoor hoe het optreden eindigde met een ontsporend viooltrio.

REMCO TAKKEN