Reaktie op de interviews met hoofdcommissaris Kuiper en Burgemeester Patijn


Met groeiende geïrriteerdheid heb ik de interviews met hoofdcommissaris Kuiper en Burgemeester Patijn gelezen.
Burgemeester Patijn heeft gezegd dat er geen cultuur zonder subcultuur kan bestaan. Door de ontruiming van de Kalenderpanden heeft hij zelf een van de belangrijkste plekken van de subcultuur om zeep geholpen.
Behalve een niet serieus te nemen aanbod van de gemeente dat de gebruikers van de Kalenderpanden konden verhuizen naar tijdelijke loodsen op het Zeeburgereiland, waar het verboden was om te wonen en om een openbaar podium te exploiteren, juist de pijlers waardoor de Kalenderpanden erg belangrijk was voor de subcultuur, heeft de gemeente tot twee weken geleden geweigerd te communiceren met de gebruikers van de Kalenderpanden. De verschillende raadsadressen die de gebruikers bij de gemeente ingediend hadden zijn nooit behandeld.
Drie weken geleden heeft Wethouder Stadig pas contact gehad met de projektontwikkelaar met de vraag of een gedeelte van de 12 pakhuizen als broedplaats konden gaan dienen. Had hij dit enige maanden eerder gedaan dan waren de geplande appartementen nog niet doorverkocht aan potentiële kopers. Ondergetekende heeft zelf Wethouder Krikke een half jaar geleden gevraagd of zij contact kon opnemen met de projektontwikkelaar. Zij zei letterlijk dat zij dat niet wilde doen. Een gemiste kans dus.
Vorige week pas bood Wethouder Krikke een opening door de gebruikers te vragen om een lijst met mogelijke alternatieven voor de Kalenderpanden op te stellen. Deze lijst van 11 mogelijke alternatieven is binnen twee dagen van de tafel geveegd door de gemeente met opmerkingen als: "Geen contact gehad met de eigenaar dus lijkt het geen reële optie". Deze lijst is met andere woorden niet serieus behandeld door de gemeente, wat in twee dagen ook niet mogelijk is.
Ondanks de druk van verschillende gemeenteraadsleden, een twintigtal directeuren van grote cultuurinstellingen en andere Amsterdamse prominenten om tot een oplossing te komen heeft de gemeente gekozen haar falend beleid door te zetten.
Men moet dan ook niet vreemd opkijken dat de gebruikers en de bezoekers van de Kalenderpanden als reaktie op het negeren en wanbestuur hun gram op straat gehaald hebben.
Het is dan ook shockerend dat achteraf Patijn en Kuiper niet de hand in eigen boezem steken, en niet toegeven dat zij zelf de oorzaak zijn van het geweld dat tegen hun ondergeschikten gebruikt is, maar dat zij een zondebok zoeken. Hiermee de frustratie van veel mensen over het falend beleid ontkennend. Patijn en Kuiper ontnemen de mensen die in hun woede over het falend gemeentebeleid getracht hebben de Kalenderpanden te verdedigen in een laatste ultieme poging om de gemeente tot inzicht te brengen hun beweegredenen, door net te doen alsof er een groep bestaat die ongefundeerd geweld gebruikt.
Door deze groep ook nog te benoemen als komend uit gebouw Vrankrijk, nemen Kuiper en Patijn alvast een voorschot op de criminalisering van een groep die ook opkomt voor hun, veel door de subcultuur gebruikte openbaar podium, en waar de gemeente denkt een probleem mee te hebben. Dit podium bevindt zich in een gelegaliseerd pand en bestaat al 18 jaar. Waarom de gemeente na 18 jaar ineens nodig vindt om een podium te ontruimen, terwijl ze juist via het broedplaatsbeleid probeert om dit soort podia een plek te geven in de stad is een groot raadsel.
De opmerking dat akties niet in een democratische rechtsstaat passen slaat kant nog wal. Zonder strijd was er geen kiesrecht voor iedereen geweest, zonder de keiharde arbeidersstrijd tegen de toenmalige regeerders en notabelen zou de uitbuiting en armoede van het werkende deel van de bevolking nog steeds bestaan. Zonder strijd tegen de stadsvernieuwing zou de Nieuwmarktbuurt en de Jordaan vernield zijn, zou de binnenstad alleen nog maar uit kantoren bestaan. Het verzet tijdens de 2e wereldoorlog tegen de toenmalige onderdrukkende bestuurders had niet bestaan als mensen met alle risico's van dien niet opgekomen waren voor hun ideeën en medemensen.
Een stad als Amsterdam zou juist trots moeten zijn op mensen die niet alleen een papieren strijd voeren, maar ook met gevaar voor eigen lijf opkomen tegen sociaal onrecht, wat vaak juist door technocratisch stadsbesturen ontstaat.
Door bewust het woord buitenparlementaire akties te veranderen in ondemocratische akties, zijn Patijn en Kuiper zeer populistisch bezig.
Eigenlijk is het zeer betreurenswaardig om te zien dat deze lieden niet in staat zijn om zelfkritiek te hebben, maar meteen klaarstaan om met een zielig vingertjes om zich heen te wijzen van mijn schuld is het niet, maar van hun, of van hun, of van hun.

Met vriendelijke groet,
Hessel Dokkum
Lid van het Gilde van Woonwerkgebouwen en lid van de klankbordgroep voor de gemeentelijke projektgroep broedplaatsen.