Evaluatie grootschalig optreden 31 oktober 2000 (ontruiming Kalenderpanden)
t.b.v. commissie Algemene Zaken
De ontruiming van de Kalenderpanden was met nog zeven andere panden gepland in een zogenaamde ontruimingsronde. Dergelijke ontruimingsrondes zijn gebruik geworden; zo wordt het personeel en het bijzondere materiaal dat nodig is voor ontuimingen optimaal benut. Ontruimingen worden gestart vanaf 07:00 uur 's ochtends, dit wordt voorgeschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (art. 14).
De afgelopen jaren bleef het verzet tegen ontruimingen vanuit de kraakbeweging over het algemeen beperkt tot het bouwen van eenvoudige barricades in de nacht voorafgaand aan de ontruiming en het kortstondig bekogelen van de politie met verfbommetjes. Dergelijk verzet werd eenvoudig gebroken door het inzetten van een shovel en een waterwerper.
Mede door het geringe geweldsgebruik aan krakerszijde van de afgelopen jaren is er geen actief aanhoudingsbeleid toegepast. Slechts degene die zich na vordering nog in het pand bevindt kan rekenen op een aanhouding.
De Kalenderpanden zijn gelegen aan het Entrepotdok ter hoogte van de Entrepotdoksluis. Vanaf de Sarphatistraat gezien liggen de panden op een schiereiland. Dit eiland wordt aan de centrumzijde ontsloten door een draaibrug en een klapbrug.
De panden, die eigendom zijn van de gemeente Amsterdam, werden in 1996 gekraakt. Een ontruiming in 1997 werd na een kort geding door krakers voorkomen. De krakers maakten de panden bewoonbaar en richtten diverse podia, een bioscoop, een restaurant en een café in. Er woonden structureel 20 mensen in de panden.
In de zomer van 2000 deed de gemeente een aanbod voor vervangende ruimte, dit aanbod werd niet geaccepteerd. Er was inmiddels veel media-aandacht voor de Kalenderpanden. Hierin werd de functie als broedplaats voor subculturele activiteiten benadrukt.
Op 22 augustus 2000 werd het ontruimingsvonnis betekend. Van krakerszijde werd de ontruiming op 5 oktober 2000 verwacht. Op 1 oktober 2000 demonstreerden daarom 1000 mensen, waaronder een deel van de harde kern van de kraakbeweging en buitenlandse sympathisanten, tegen de ontruiming. Gepoogd werd de Stopera-ingang te blokkeren. Uiteindelijk werd de datum van de ontruiming vastgesteld op 31 oktober 2000. Deze datum is in een vroeg stadium bekend gemaakt aan de bewonens van de panden.
De voorbereiding op de ontruimen startte op 18 september 2000 met een algemene staf, bestaande uit de Algemeen Commandant (AC), de Operationeel Commandant (OC) en vertegenwoordigers van justitie en het bestuur, waaronder het Bureau OOV.
In de tweede staf op 18 oktober 2000 werd melding gemaakt van het feest op de vooravond van de ontruiming en de verwachting dat na het feest zou worden begonnen met het verdedigen van de panden door ongeveer 150 krakers en sympathisanten. De barricades werden verwacht op de toegangswegen naar de Kalenderpanden. Tevens zouden op de dag van de ontruiming alle in het verleden gebruikte tactieken tot uiting kunnen komen, waaronder het bezetten van kruisingen en het ophalen van bruggen. Daarnaast was de verwachting dat al 's nachts op diverse plaatsen in de stad 'plaagstoten' zouden worden gegeven. De aanwezigen bij de algemene en operationele staf waren bekend met het feit dat de Kalenderpanden door de krakers als een deel van de laatste zogenaamde 'principepanden' werden beschouwd.
Tijdens de operationele staf van donderdag 26 oktober 2000 werd voor elk pand een plan van aanpak besproken. Het doel van het politieoptreden op 31 oktober was het ontruimen van de aangewezen panden. Het maken van arrestanten was geen doel op zich. Zoals gebruikelijk zouden de in het pand aanwezige krakers worden aangehouden indien zij na vordering het pand niet hadden verlaten.
Reeds op zaterdag 28 oktober had een sectie ME dienst in verband met mogelijke voorbereidingen op de ontruiming en een aangekondigde demonstatie bij de gekraakte Filmacademie op de Overtoom. De opkomst bij deze demonstratie was klein en het bleef ruistig. Ook op zondag 29 oktober was ME-personeel in dienst.
Op de avond voor de ontruiming werd onder de titel 'een plezante aangelegenheid' een groot feest georganiseerd in de Kalenderpanden. Er waren optredens van diverse bandjes en sprekers kregen de gelegenheid hun ongenoegen over de ontruiming uit te spreken. Ongeveer 1000 mensen bezochten het feest. Om één uur 's nachts werd het feest beëindigd en kregen de artiesten de mogelijkheid om hun apparatuur op te ruimen.
Na afloop van het feest ontstond grote drukte in de omgeving van de Kalenderpanden. Een groep van ongeveer 300 overgebleven feestvierders begon met het opbouwen van barricades. Uit de containers van het bouwbedrijf Heymans werden onder meer lasapparatuur, een minidragline en een pneumatische hamer gestolen. Deze apparatuur werd gebruikt om de barricades te bouwen. Op de Sarphatistraat werden in het gedeelte tussen het Kazernegebouw en de Hoogte Kadijk drie barricades opgeworpen. Voor één van deze werd een verrijdbare bouwkeet omvergeworpen.
Op de Hoogte Kadijk zelf werden drie barricades aangelegd. De eerste ter hoogte van het Texaco tankstation, hier werd onder meer een geul in de grond gegraven. Verderop was met trottoirtegels een muur gebouwd en op de kruising van de Hoogte Kadijk met de Kruithuisstraat werd een grote brandstapels opgeworpen. Rondom deze barricade werd een constructie van aan elkaar geklonken steigerpijpen geplaatst. Deze waren geprefabriceerd en opgeslagen in de Kalenderpanden.
Omstreeks 01:45 uur werd de brug van de Hoogte Kadijk opgehaald. De zitting van de brug werd geblokkeerd met een grote stapel trottoirtegels. De draaibrug van het Entrepotdok werd opengezet. Over de draaibrug werd een provisorische brug van twee ladders gelegd.
De situatie werd hierna grimmiger. De barricades werden groter en meerdere buurtbewoners belden naar het wijkteam IJ-tunnel over de activiteiten van de krakers en sympathisanten. Men zou spullen van bouwbedrijven gebruiken voor het ophogen van de barricades.
Het optreden van de politie was er die nacht op gericht om excessen bij het opwerpen van barricades te voorkomen. Het beleid was er niet op gericht om (grote groepen) verdachten aan te houden. Hoewel het verzet hevig was, heeft men aan deze beleidslijn vastgehouden.
Zowel om 01:48 uur als om 02:51 uur ging het inbraakalarm van woonstichting De Key af. Dit pand is gelegen aan de Hoogte Kadijk 179, precies tegenover de Kalenderpanden. De eerste keer kon de dienstdoende beveiligingsmaatschappij, na enig oponthoud vanwege de barricades, binnenkomen. Het betrof een loos alarm, de beheerder van het gebouw werd in kennis gesteld. De tweede keer kon de beveiligingsmaatschappij niet meer in de nabijheid van het pand komen omdat de surveillanceauto op de Hoogte Kadijk werd tegengehouden door krakers. De beheerder van het gebouw nam contact op met de aan het wijkteam IJ-tunnel dienstdoende Inspecteur van dienst en vertelde dat de ruiten van het gebouw vernield waren. De inspecteur van dienst heeft toen de commmandant van het nachtpeloton geïnformeerd. Ook kwam die nacht een melding van een inbraakalarm van perceel Hoogte Kadijk 110. Hier is een bedrijf met de naam Vimeta gevestigd.
De AC beslist dat nu opgetreden diende te worden met het doel om het pand van De Key, waar mogelijk werd ingebroken, te kunnen controleren. Hiertoe moest een deel van de barricades verwijderd worden, wat zou kunnen leiden tot een confrontatie met de krakers. De PC en de AC wilden, nadat het onderzoek in het pand zou zijn afgerond, een linie laten vormen ter hoogte van de Kalenderpanden. Op deze wijze wilden zij de situatie bevriezen in afwachting van de komst van de ontruimingsploeg.
Gezien de grootte van de groep krakers (100 à 150 mensen binnen het gebied van de barricades) werd door de AC en de PC de keuze gemaakt om op te gaan treden met het aanwezige peloton ME onder dekking van een waterwerper.
Het doel van het optreden was het bereiken van het pand waar het inbraakalarm actief is. Daartoe moesten de barricades die op de Hoogte Kadijk lagen opgeruimd worden. Hierbij dienden de shovel en de waterwerper vooraf te gaan aan de ME.
Om 04:55 uur werd het optreden gestart. Hiervoor moest de shovel de greppel van de eerste barricade dichten. Ook lagen grote kraaienpoten op de Hoogte Kadijk, deze werden door ME-personeel opgeruimd. Vanaf dit moment werd er van krakerszijde gegooid met onder meer stenen en ijzeren bouten. Om 05:10 uur werd door de waterwerper, met toestemming van de AC en nadat zij waren gewaarschuwd, gespoten op de stenengooiers.
Nadat de eerste barricade was geslecht, werd in afwachting van de waterwerper op de Hoogte Kadijk een linie gevormd. Deze linie werd door de krakers bekogeld met stenen, zware moeren maar ook met metalen voorwerpen afkomstig van de in de omgeving aanwezige bouwsteigers.
Vanwege dit geweld werd door de PC toestemming aan de AC gevraagd voor het gebruik van traangas ter bescherming van het politiepersoneel. Volgens de AC vormde dit alles een ernstige en onmiddelijke bedreiging voor de veiligheid van de politie ter plaatse. Om ongeveer 05:20 uur gaf de AC toestemming en waarschuwde hij de stenengooiers dat traangas zou worden gebruikt indien het geweld niet stopte. Ook na de waarschuwing werd het peloton ME nog bekogeld. Hierop werd een charge uitgevoerd over de Hoogte Kadijk in de richting van de eerste kruising met de Kruithuisstraat. Deze charge werd ondersteund door het gebruik van traangas. Na de charge trok de ME enkele tientallen meters terug. Hierdoor ontstond enige ruimte tussen het politiepersoneel en de groep stenengooiers. Er werden nog enkele van deze charges uitgevoerd. Hierbij werd telkens traangas gebruikt. Omstreeks 05:30 uur werk onder dekking van de waterwerper de tweede barricade op de Hoogte Kadijk bereikt, bestaande uit een muur van gestapelde trottoirtegels. Hierbij werd wederom traangas gebruikt om het geweld van de krakers zoveel mogelijk te beperken. Omstreeks 06:00 uur werd een linie gevormd voor de grootste barricade op de tweede kruising met de Kruithuisstraat. Getracht werd de brand te blussen met de waterwerper. Dit lukte niet omdat sprake was van een oliebrand. Water is dan geen geschikt blusmiddel. De brand veroorzaakte hevige rook. Door de brandweer werd een meting verricht naar de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen maar doordat de meting niet direct in de rook kon plaatsvinden, kon niet worden bepaald op er schadelijke stoffen vrijkwamen.
De linie die werd gevormd te hoogte van deze barricade werd bekogeld met diverse projectielen: stenen, met katapulten geschoten moeren, scherpe delen van bouwsteigers en stukken draadijzer. Ook werd er met een seinpistool geschoten op de linie en werd er vuurwerp tot ontploffing gebracht. Het vuurwerk bestond uit lawinepijlen die zware explosies veroorzaakten waardoor het ME-personeel last kreeg van oorsuizingen. Omstreeks 06:50 uur bereikte het geweld een hoogtepunt.
De groep die van achter de barricade gooide naar de politie was voor een deel uitgerust met helmen, gasmaskers en handschoenen. Dit stelde hen in staat traangasgranaten terug te gooien naar de politie. Mede door de harde wind was het gebruik van traangas niet erg effectief. In totaal werden tussen 05:15 en 07:30 uur 160 traangasgranaten verschoten en 60 granaten geworpen.
In de periode tot 07.30 vallen er onder het ME-personeel enkele lichtgewonden. Twee van hen werden in een ambulance en later in een ziekenhuis verzorgd. Zij moesten zodoende de linie verlaten. Na afloop van de ontruimingen bleek dat het hele peloton last had van oorsuizingen. Afgesproken werd dat iedereen een gehoortest zou ondergaan. Ten tijde van die gehoortest had niemand meer last van gehoorstoornissen. Of er blijvende beschadigingen zijn opgetreden moet worden uitgewezen met een tweede test.
Een inventarisatie leverde op dat 20 leden van het peloton verwondingen hadden opgelopen: (ernstige) kneuzingen, bulten en blauwe plekken. Vier leden van het peloton hadden zich ziek gemeld. De 20 gewonden ontvingen een attentie van de burgemeester.
Om 06:00 uur komen de eenheden die de eigenlijke ontruimingsronde zouden uitvoeren, te weten 2 ME-pelotons, één peloton AE, een technische ontruimingspleog van de BraTra, ondersteund door een hijskraan en een container, in dienst. Ook de OC maakte deel uit van deze eenheden.
In de briefing van de pelotons werd duidelijk gemaakt dat er door het (nacht-)peloton reeds was opgetreden en dat van krakerszijde een aanzienlijke hoeveelheid geweld was gebruikt. Omstreeks 06:40 uur waren beide pelotons in de omgeving van de Hoogte Kadijk aanwezig.
Nadat de waterwerper opnieuw was voorzien van water werd om 07:20 uur gestart om de laatste - nu volop brandende - barricade te doorbreken. De voertuigen die de Kruithuisstraat inreden werden onmiddelijk bekogeld van achter de barricade.
Ondertussen was de shovel onder dekking van de waterwerper bezig met het ruimen van de barricade. De muur van trottoirtegels was snel geruimd. De constructie van steigerpijpen die in een bocht lag en zowel de Hoogte Kadijk als de Kruithuisstraat blokkeerde, was flexibel en hierdoor lastiger opzij te schuiven.
Tot ongeveer 07:44 werd er vanaf achter de barricade hevig gegooid naar de gevormde linies. Tot die tijd werd traangas gebruikt om dit geweld binnen de perken te houden. De barricade werd omstreeks 07:50 uur doorbroken. Op dat moment verliet de nog overgebleven groep van ongeveer 40 krakers de barrcades op het terrein rondom de Kalenderpanden. Door de AE werden op het Entrepotdok drie aanhoudingen verricht op grond van artikel 141 Sr. Om 08:00 uur werd het nachtpeloton afgelost en werd het optreden door de dagpelotons voortgezet.
Meerdere aanhoudingen waren niet mogelijk. Het onbrak de OC volgens zijn zeggen aan voldoende ME-personeel om de groep in te sluiten. Ook was het optreden vooraf niet gericht op het aanhouden van grote groepen verdachten.
Door de brandweer werd de brandende barricade om 08:05 geblust. De brandweer kon vanwege het gevaar dat werd veroorzaakt door het gooien van stenen niet eerder ter plaatse komen. Om 08:57 uur werd het pand van De Key gecontroleerd. De glazen voordeur bleek vernield. De tweede voordeur was afgesloten en er waren geen mensen in het pand geweest.
Nadat de weg vrij was ging de ontruimingsploeg de Kalenderpanden binnen. Dit gebeurde nadat door de deurwaarder de overdracht van het pand was gevorderd. In het pand werden door de ontruimingsploeg geen bewoners meer aangetroffen; een vijftal hangbuikzwijntjes vormden de enige bewoning. Omstreeks 10:00 uur werden de panden overgedragen aan de Locatiecommandant die op zijn beurt de panden zou overdragen aan de aannemer.
Nadat de Kalenderpanden waren ontruimd, werden er nog een vijftal ontruimingen uitgevoerd, twee ontruimingen vervielen. Op de locaties Wagenstraat/Amstelstraat, Prinsengracht en Gasthuismolensteeg werd door een klein aantal aanwezigen weerstand geboden, men gooide verfbommetjes. Op de Prinsengracht werden kort voor de ontruiming twee barricades opgeworpen. Deze werder onmiddelijk opgeruimd door de reeds aanwezige shovel. Bij alle drie locaties werd steeds een vijftal aanhoudingen verricht op grond van de artikelen 141 en 184 Sr.
In totaal zijn gedurende de ontruimingsdag 17 aanhoudingen verricht. De afhandeling werd verzorgd door een groep van 10 rechercheurs en enkele toegevoegde specialisten voor onder meer het nemen van foto's en vingerafdrukken.
De vijf arrestanten die werden gemaakt bij de ontruiming in de Wagenstraat worden dezelfde dag heengezonden omdat hun aandeel in het gooien van verfbommetjes niet is te bewijzen. De overige twaalf verdachten werden voorgeleid aan een officier van justitie en heengezonden met een dagvaarding.
Op de snelrechtzitting van vrijdag 10 november werden negen van de twaalf verdachten op grond van artikel 141 Sr veroordeeld tot twee weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het drietal dat op grond van artikel 141 Sr. werd aangehouden op het Entrepotdok werd vrijgesproken omdat hun betrokkenheid bij het geweldgebruik niet kon worden bewezen.
In het gebied dat binnen de barricades ligt wonen ongeveer 1500 mensen. Vanaf het moment dat er gebouwd wordt aan barricades belden bewoners met het wijkteam IJ-tunnel. Na het gebruik van traangas belden bewoners opnieuw. Door het personeel van het wijkteam werden de bewoners ingelicht over de achtergrond van het optreden. Enkele bewoners gaven aan dat zij bang waren voor het vuur van de barricade dat op dat moment zeer hoog oplaait. Eén van hen alarmeerde omstreeks 06:30 uur de brandweer, deze gaf aan dat zij niet ter plaatse kon komen vanwege de gewelddadigheden op de Hoogte Kadijk. Na de ontruiming maakt de buurtregisseur een ronde langs de bewoners van de Hoogte Kadijk en de Kruithuisstraat. Enkele mensen gaven hem aan hinder te hebben ondervonden van de rook en het traangas. Anderen vertelden dat zij angstig zijn geweest.
De straat en de trottoirs van de Hoogte Kadijk waren vernield. De tegels waren gebruikt voor het maken van de barricades. Overal lagen resten van barricades en op de plaats waar de brand heeft gewoed is de asfaltlaag beschadigd. De bomen op het plein van de Kruithuisstraat waren zwart beroet. Twee weken na de ontruiming ontbrak nog een gedeelte van de trottoirs.
Aan het wijktem IJ-tunnel werd door bewoners en bedrijven aangifte gedaan van de ontstane schade. Daaronder ook de aangifte van bouwbedrijf Heymans. De directiekeet die aan het Entrepotdok stond was opengebroken en er waren onder meer bouwtekeningen vernietigd. Ook waren opslagcontainers opengebroken en daaruit was gereedschap gestolen. De directeur gaf aan niet een zogenaamde bewonersbrief te hebben ontvangen of op andere wijze vooraf te zijn geïnformeerd over de ontruiming.
Al op 31 oktober is er in alle media volop aandacht voor de rel rond de Kalenderpanden. Door zowel burgemeester Patijn als hoofdcommissaris Kuiper wordt het gebruikte geweld door de krakers sterk afgekeurd. De dagen na de ontruiming verschenen in het Parool ingezonden brieven waarin vooral het geweld aan politiezijde werd bekritiseerd.
Amsterdam, 30 november 2000
RPB